Blog Zweden

De Klok


Zweden - Västanåfallet.

De lucht is hier anders, inderdaad anders.. Er is geen sprake van LEZ of aanverwante beslommeringen.. Gegeven het feit dat er hier toch wel auto's zijn verzinkt dit weliswaar in het niet, zeker als we het over aantallen per vierkante kilometer hebben.. Aldus geen metingen... En mijne mag zonder problemen binnen.

En dito geluid natuurlijk.. Waar zijn de camionneurs die gezwind hun motoren laten draaien tot voorkomen van bederf van nutteloos getransporteerde etenswaren? Hier niet.. Het geluid is hier anders..

Water, wind, het getik van een opgewonden klok.. Zij geeft geen tijd maar is wel de weergave van de aandacht en energie van de opwinder, of hij die heeft opgewonden.. Het verloopt rustig tot het stilvalt.. Geen webshop komt eraan te pas om hem weer op te starten, noch een gewone 4G internetverbinding is nodig om het apparaat weer volledig synchroon te laten lopen met de opwinder en het opgewondene.. als u verstaat wat ik bedoel..

'Windt u niet op !!' riep hij. 'Ik ben helemaal rustig.' repliceerde de andere Zweed. Ondertussen schoof het masten geraamte dat de mannen hadden ineegenknutseld vervaarlijk naar links zodat het eigenlijk volledig kon vallen of roemloos breken. Ze besloten de buldozerkraan iets hoger te brengen en het volledige gevaarte stond waarlijk rechtop, fier tegen de bergwand, klaar om in de rotsen gevezen te worden.. Maar dat was voor morgen.. De gemeentearbeiders gingen genoegzaam naar huis met een walmende diesellucht afkomstig van hun gele gevaarte..

Maar dan.. Dan was er weer lucht en vogels. En stille bewondering voor koelbloedige actie.


Beamer


Ook in het mooie Zweden vindt men afval.. op de wegen, de weggeltjes, de paadjes en tussen de kronkelende quadsporen. Maar niet zoveel als in Vlaanderen.. Veel minder. En dan zijn het veelal de jagers die plastieken lintjes in de bomen hangen om op de beste uitkijkpost te geraken, waar men dan eland of patrijs kan schieten.. Of op wat men hier jaagt moet ik es navragen..

Ook in het mooie Zweden vindt men niet overal de stilte.. De 331 die hier parallel loopt met het dal, is op dusdanige wijze aangelegd dat de geringste aanraking met bewegend rubber een hels kabaal maakt; de denderende opliggers met een heel bos erop verguizen kilometers in het rond het zachte ritselen van de bladeren, of het getik van de den in de zon. De samenstelling van de asfaltlaag is zeer eigen en waarschijnlijk bedoeld om meer dan enkele winters mee te gaan.. Tot daar het praktische nut.

Het stakketsel, zoals ik het voorlopig nog ietwat oneerbiedig zou willen noemen, nadert alras haar voltooiing, het is te zeggen; de verankering, de kalibratie, de steunbalken op hun definitieve plaats, kortom de afwerking.. Het ding werd vroeger gebruikt om het hooi te drogen en is wel acht meter hoog. Fier op de groene helling staat ie voornaam te wezen. En trouwens een goede achtergrond voor optredens. Gisterenavond het eerste live concert voor gras, bomen, mos en vogels door mezelf... Met gitaar, zang en de waterval als zoete ruis op de achtergrond.

Werkmannen alom trouwens.. Ik denk dat het gehele korps van arbeiders, maaiers en andere ambtenaren van de Härnösand Kommun hier graag eens langskomt om te zien hoe het allemaal loopt. En wat ze zelf nog kunnen of moeten doen van hun oversten die in hoofde van de burgemeester sowieso al een bezoek gebracht had, samen met de brandweer. Een breakfast-meeting op zijn Zweeds, naar ik veronderstel. De nieuwe laptop had slechts een hdmi-aansluiting voor de beamer, die echter enkel vga-blokjes lustte. Consternatie alom en schrijver dezes werd op een ontieglijk uur uit zijn bed gesommeerd om het euvel op te lossen.. Edoch, zacht hijgend aangekomen aan de blokhut, bleek dat de Oerzweed het heft in handen had genomen en besloot om de vergadering zonder beamer verder te zetten.. Er was dan ook maar 8 man.. dus dat zou wel lukken...

Ik denk dat ze praktisch ingesteld zijn, die Zweden, om toch steeds zonder al te veel moeite hun ding gedaan te krijgen met een toch wel zuiver geweten en redelijk resultaat. Iedereen tevreden en volgende keer zien we wel weer verder..


Korst mos


Höga Kusten is werkelijk een bijzonder gebied. Waar elders de eonlange erosie de niveauverschillen tot een minimum heeft herleid, is dit hier volledig mislukt.. De rotsen werden omhooggespuwd, met een nietsontziende kracht. De dalen zijn vervaarlijk diep en bijzonder steil; om de haverklap watervallen om het hoogteverschil te beklemtonen. Boven op de rotsen groeit eerst mos, dan heide, dan de berkjes en dan wel eens een den of zo, die echter geen lang leven beschoren is vermits hij (of zij) met haar wortels niet in de grond kan.. Op vroegtijdige leeftijd zal ze sterven door die rukwind die net op de verkeerde plaats was aangeland.. De den verloor haar grip op de rotsen en denderde naar beneden.. De humus die zij levert geeft kans aan de volgende den om het iets langer uit te houden, maar koeien laten grazen zal nog even duren..

De diepe kloven doemen op uit het niets. Je kunt er niet door, niet over. Je kijkt met ontzag en een beetje schrik naar beneden en besluit de zoon op veilige afstand te manen. Hij gehoorzaamt pas na peilende blik op de peilloze diepte, net over de rand. De brutere ondergrond noopt tot nadenken over de stappen die je zet, en ook over hoe je dan in godsnaam weer thuis geraakt. In de regel ga je gewoon terug, hetzelfde pad langs. Verwonderlijk hoe het pad dan veranderd is in ergens anders; en dan komt die omgevallen lijsterbes in het vizier. Die hadden we daarstraks ook gezien. En heen en terug verbonden zich weer even...

De Zweedse jeugd heeft een electrische bosmaaier op pillen meegenomen om kniehoog gras te overwinnen. Even daarvoor hadden wij al een doorgang gemaakt maar meer in de stijl van het everzwijn. De jongelui vonden Västanå-beach maar niets want kwamen snel weer terug..

De wc is gemaakt, het hooistakketsel staat recht en is helemaal klaar, de tafeltjes met seutige dakjes (dwars gestreept rood-wit) staan te pronken op het versgemaaide grasveld. De lokale vrijwilligers werken rustig door alsook de Hollandse Marie die ondertussen al half Zweed is geworden. Met zachte corpulentie beweegt ze zich verrassend vlot over de Ardenneske bergjes.

Alles is klaar voor de grote dag morgen. Het is midzomerfeest, voor de Zweed hèt event van het jaar.. Jong en oud komen zich vergapen aan vergane geschiedenis en bediscussiëren ondertussen de wetten voor honden en andere huisdieren. 'Het is verboden maar één schaap in huis te hebben. Het moeten er minstens twee zijn.' 'De hond mag maximum drie uur alleen thuis blijven.' Anders boet. Morgen mag de hond mee naar het feest.

En ik ben benieuwd of ze Trappist hebben..


De meiboom in juni


En de meiboom werd opgericht als ode aan de natuur en de vruchtbaarheid. Geen overrompeling voorlopig, wel gezellige handwerkkraampjes waarvan voormelde seutige dakjes ondertussen eerst weggewaaid zijn en vervolgens netjes opgeborgen tot volgend jaar. Bij de buren zijn ondertussen nog ettelijke jongelui bijgekomen voor het midzomerfeest. Met korte rokjes en bloemenhemd of dito broekpak, en voor de dames zeker bloemen in het haar, zijn ze één geworden met de natuur. Voor even. Dan de drone testen en wat schieten.. En veel drinken natuurlijk, natuurlijk bronwater recht van de berg en alcohol uit de alcolholwinkel - pokkeduur.

Vanavond halen wij onze bescheiden voorraad boven om die Zweden omver te blazen. Ze verkopen hier blikjes bier (33) met in het groot vanvoor derop een '6', doelend uiteraard op het percentage alcohol aanwezig in dit blik. Straf spul.. De Chimay die ik meeheb heeft er 9, met zeer kleine gouden lettertjes gedrukt, verstopt ergens loodrecht op de zijkant. Enkele jonge snaken bij de buren zijn ook gaan zwemmen in de rivier vandaag.. Geen koudeschok, wel zorgvuldig pootje baden, knietjes nat enzovoort totdat ze toch kort onder water verdwenen en zo weer op het droge waren. Toch straf, ik schat het water op 8 graden, iets meer dan dat blikje..

Het pad dat we volgden was voor een groot stuk vrijgemaakt dat ge erdoor kon. Een noeste arbeider ging voor duizend Kronen het hele pad doen, maar is halverwege teruggekomen dat hij het niet zag zitten voor die prijs.. Pech. Dan krijg je helemaal niets. De duizend Kronen zijn nog beschikbaar voor de andere helft. Het zal toch kettingzaag en bosmaaier vergen om dat pad verder begaanbaar te maken. In Zweden wordt je luiheid snel afgestraft. Het pad dat niet gemaaid wordt groeit binnen de kortste keren finaal dicht en er vallen ook altijd bomen over. Je kan hier zo beginnen als maaier, in de zomer uiteraard. Maar in de winter kan je dan sneeuw ruimen; ook zoiets waar je snel voor verrassingen komt te staan bij het niet opvolgen van de grillen van de natuur.

Het volksfeest is uiteindelijk zeer bescheiden gebleven. Nadat de meiboom werd opgericht bleven de mensen nog wat hangen en dropen dan af naar hun houten huizen om aldaar het echte feest aan te vatten. Met spelletjes voorwaar, en kwisachtige toestanden. Van de buurvrouw kregen we een cadeautje; het nationale volksspel met name vijf ringen om op een stokje te werpen. Het middelste stokje is vijfhonderd, Kronen naar ik veronderstel. Dit exemplaar dat we kregen is nog gemaakt van oude plastiek; ik schat het veertig jaar oud. Nog helemaal intact. De foto is genomen om middernacht, zonder flash.. Door de afwezigheid wegens ziekte van onze vriendin is het bezoek bij de Zweden niet doorgegaan.. Heb ik zelf die trappist jaak gezet.. haha..


VW Variant


Ons huis in het midden van het bos staat er nog. Daar kan je echter ten volle ervaren en begrijpen hoe de insecten in dit land hun tijd doorbrengen. Gezien de zeer korte zomer moeten ze in enkele maanden tijd alles rond krijgen. Ze zijn dan ook met miljoenen, en zeker in het bos bij ons huis. Sta je tien seconden stil dan zitten er honderd muggen overal op je lijf. Ze vinden altijd dat spleetje waar nog onbedekt vel zit en slaan dan genadeloos toe. Boven over het rivieroppervlak zie je ze dansen en genieten van de zomer. Vanaf nu worden de dagen korter. Voortmaken dus.

Ook de bever is in volle zwier. Een berk van toch veertig centimeter diameter werd vlotjes geveld. Hij holt rondommedom de boom uit en volgens mij weet ie ook nog es waar ie gaat vallen. De bast wordt verder helemaal afgehaald tot de berk nog een kale stam is die duizenden dieren een onderkomen zal bieden. De brug aldaar over de rivier is alleen nog te voet te gebruiken. Met de auto geraak je niet meer aan het huis. De auto geraakt er ook niet meer weg. Electriciteit ligt er nog wel.. Gewoon aansluiten denk ik.

Aan elke Zweedse voordeur is zo'n dakje met een zitbankje gemaakt.. Vind ik wel tof. Aan dit huis was het volledig ingestort. Het hangt nog met één nagel vast aan de buitenmuur. De schuur daarnaast is al verder gevorderd in de entropie. Volgend jaar ligt die helemaal tegen de rotsen. De Volkswagen Variant bouwjaar in de jaren tachtig, die ter plaatse werd achtergelaten waarschijnlijk wegens platte batterie, houdt daarentegen goed stand. Jongelui die ruiten ingooien komen hier niet. Zo kan het vehikel nog lang het bos sieren.

De weg waar je met de auto nog net overkan zijn we dan gevolgd tot het einde. Dat is super. Helemaal tot je echt niet meer verder kan. Daar voel je de stilte en de weidsheid. De Zweed is vooruitziend. Er kunnen daar nog honderden bouwgrondjes verkocht worden maar het zal voorlopig zo'n vaart niet lopen. In dit gebied overwinteren alleen de echte autochtonen. De meesten tenen terug naar de stad, dichter of verder, om daar de duisternis en de koude door te komen. In de lente (juni) gaan ze dan massaal maaien en hun stulpjes, verspreid in de oneindige Zweeds bossen, weer opknappen; schilderen, schoorsteen weer opmetsen, die varanda aanbouwen die we al zolang wilden, ...

Het dorp Viksjö alhier is aan het leeglopen. Er zijn nog zo'n driehonderd zielen die er permanent wonen. Trend is dalend. Elke wandelaar die er een beetje robuust uitziet wordt aangeklampt met de mededeling dat het toch wel fijn zou zijn als je het zou overwegen om hier te komen wonen. Huizen genoeg.. Ik weet er toch al een viertal staan, waarvan twee wel leuk zijn...

Maar hier op het einde van de weg waan je je op het einde van de wereld. Overal bossen, glooiend gegolfd, over de einder uitgezwierd, verder dan de verbeelding aankan. Hier tikken de dennen nog wel, knarst de aarde, schuifelt en ritselt. De adem komt dichterbij, de juiste frequentie zet zich klaar voor heerlijke resonantie. Samen ribbelen in het zonnetje.

De dichtsbijzijnde stad is Härnösand. De lokale maxi GB (Ica) is open tot tien uur 's avonds. Geweldig. Je loopt door een volstrekt verlaten supermarkt met een aanbod om u tegen te zeggen. Vijfhonderd Kronen (vijftig euro) bijvragen aan de kassa is niet mogelijk.. Het is teveel. Je kaart wordt beperkt in zijn mogelijkheden. Ik ook dus.. Tanken lukte dan weer wel voor een volle tank in één keer. De stad is leeg. Geen volk, geen auto's. Blokken gelijk op de luchtbal, of een sociale wijk van Amsterdam. Ziet er eigenlijk wat griezelig uit in contrast met de noeste natuur die de gedrochten omringt. De balkons van de strak gelijnde appartementen zijn allemaal kleine serretjes. Gans ingepakt in glas. Ietwat volière-achtig. In de Italiaanse pizzeria is een Iranees vriendelijk aan het werk, vlot in het Zweeds communicerend met onze Vlaamse vriendin. De helft van de lokale ondernemers zijn buitenlanders blijkt. De Zweed is niet zo happig op het risicovol bestaan van een zelfstandige. De socialistische maatschappij roomt het ondernemersschap af door te veel voorzieningen allerhande, regeltjes die het leven zelf afromen. In de Ica vind je bier tot drie en een halve procent volume. In een ijskast met in het groot verbodsborden met een achttien en een rode streep erdoor. Erg imposant moet ik zeggen. Ik was blij dat ik al zo oud was en heb wijselijk niets gekocht.. Carlsberg is voor mietjes.

Vijfendertig kilometer terug naar Västanå op een lege weg met interessante snelheidsbeperkingen. Er is de zeldzame negentig, de in deze contreiën courantere tachtig, maar ook zeker zeventig en het ietwat archaïsche zestig. Zestig. Lang geleden eigenlijk. En uiteraard ook vijftig. Plotseling doemt ook veertig op. Nooit eerder gezien. Het is een dorpje, zes huizen groot met een school. Dertig ook natuurlijk, in de stad, waar de drommen kinderen over de straat lopen en wilde horden toeristen langs de overvolle winkeltjes struinen op zoek naar de elandenkeutels in aanbod. Vijf voor honderd Kronen. Goede prijs zou ik zeggen. Dat laatste uiteraard met een keutel zout te nemen. Twintig noch tien wordt gebruikt. In Duitsland wel, daar hebben ze ook twintig. Gaaf. Kortom, bijna elk tiental komt hier aan bod. Op de autobaan, of wat ervoor moet doorgaan, is het aanbod even gevariëerd. Negentig en tachtig, honderd en honderdentien, honderdtwintig en zelfs zeldzame honderddertig. Of was dat in Denemarken?

De gemiddelde Zweed sjeest me gezwind voorbij, ikzelf houd me braaf aan de limieten. Er is toch dit imago van de zeer strenge verkeersregels en dito naleving, maar daar houden ze zichzelf duidelijk niet aan.. Afgezien van aangekondigde flitspalen heb ik hier nog geen controle gezien. Geen flik, laat staan iets van trajectcontrole of verstopte geniepige flikjes die je sherrifgewijs willen klissen. Dan toch maar gas geven?


Droogte in Europa


Het water staat laag.. De op twee na hoogste waterval van Zweden heeft veel van zijn pluimen verloren. Het water dendert nog wel naar beneden maar het is een manneke pis, of een paar van die gastjes. Het voedende meer boven staat uitzonderlijk laag. Zo komt het dat de ijzeren buis die de Zweden gebruikten om de gevelde boomstammen voorbij de waterval te krijgen, nu droog staat. Een vloeiende glijbaan zoals voor bobsleeën, werd aangesloten aan de rivier en de stammen stroomden vlot naar beneden, parallel met de waterval. Het is ondertussen al lang geleden dat ze het nog eens gedaan hebben. Het fijne aan lage waterstand is dat we zonder probleem door de rivier kunnen waden. Heerlijk om tegen of met de stroom mee, de kracht te voelen van de rivier. Is ie echt verbonden met de zee? Begint die boven in de berg? Of in dat meer? Ik heb het altijd iets raar gevonden. Het water is overal tegelijk, maar stroomt toch van boven naar beneden.. tja..

Planten en dieren zijn hier bijzonder robuust. Ze trotseren hitte en koude, licht en donker, nat en droog. Er zijn ook nog altijd van dat soort Zweden, hoewel al velen aan de moderne beschavingsziekten lijden; centrale verwarming, obesitas, vaalbleke huidskleur, puffen en hijgen bij de kleinste heuvel. Maar de echte Zweed heeft afgelopen winter zijn voordeur moeten vrijmaken van meer dan twee meter sneeuw, en moeten opboksen tegen min twintig graden. Daar zijn wij Belgjes toch maar watjes tegen.


Vogeltjes en de stad


Hier kan je nog een ecosysteem bewonderen hoe het er duizend jaar geleden nog zou moeten uitgezien hebben. De impact van de mens is beperkt. Nog steeds. Afgezien uiteraard van de globale demonen die de planeet langzaam maar zeker in zijn greep krijgen. De vogels zijn uitbundig en blij. Op het miniterrasje aan ons huis zie je ze de hele tijd bezig. Op een klein takje van een klein boompje zat dat kleine bruine vogeltje. In het begin had ik het niet door. Ik dacht voorwaar dat ie naar mij kwam kijken, zoals je een rariteit in het begin wel interessant vindt. Maar nee, ze wilde naar haar nestje. Ik zat eigenlijk in de weg. Mijn assumpties waren honderdtachtig graden fout. Gaandeweg dierf ze toch naar het nestje vliegen om die kleine ukkepukjes te voeden. In de dakgoot dan nog. Wat een plaats. Na een tweetal weken zaten ze er niet meer. Niet meer op het takje en niet meer in de dakgoot. Die ochtend weerklonk op het terras echter een iel en luid gepiep. En maar zoeken vanwaar het vandaan kwam. Als ik me verplaatste scheen het van ginder te komen, terug op men stoel was het weer van daar. Vooreerst dacht ik aan een of andere opdringerige gevleugelde die overdreven de aandacht wou trekken. Maar het bleef maar duren. De toon veranderde naar een roep om hulp. De hele familie kwam mee zoeken en ja, in de melkkit vonden we dat net uitgevlogen stumperdje dat bij zijn eerste vlucht ocharme in die melkkan terecht kwam en er echt niet meer uitgeraakte. De mens heeft het dan gered. Het fladderde hulpeloos en uitgelaten tien meter verder op nog geen vijftig centimeter boven de grond. En weg was hij. Nu kijk ik met argusogen naar elk vogeltje dat hier voorbij zoeft, of het misschien wel ons jonkie is dat hier geboren is. Maar het is onherkenbaar. Het zal leren vliegen hebben als de beste, en zelf de insecten vangende in de vlucht of op de grond. Ze worden toch zo rap groot hé, die klein mannen..

De vlucht van de verschillende soorten vogels is trouwens fascinerend. Ik ben geen ornitoloog, verre van, maar zie toch wel de verschillen tussen dat dikkerdje in het bruin, die kleine bollekes geel, de fel oranje exemplaren met een rare bek, de specht ken ik wel natuurlijk en de kwikstaart is door zijn manier van doen uiteraard zeer herkenbaar. De zwaluw vliegt het beste. Hij tikt tegen het water met een ongelofelijke precisie. Op nog geen meter van mijn hoofd suist ie voorbij; scheervlucht, scherpe bochten, remmen op het laatste moment zodat ie net niet tegen het huis, waar het nest hangt, te pletter slaat. Toch mislukt dat regelmatig. Hij kan helemaal niet helicopterren, die zwaluw. Weer een nieuwe aanvliegroute nemen en dan toch feilloos onder dat dak aankomen met waarschijnlijk een stevig schokje in de poten dat ze zeer zeker soepel opvangen met hun elastieken gewrichtjes. Dat kleine gele bolletje neemt hevig fladderend snel hoogte en laat zich dan vallen. In ruime boogjes vliegt ie door het luchtruim. Die kleine bruine van het nest in de dakgoot zag ik in volle vlucht remmen, blijven hangen met echte drone-allures, en dan een andere richting nemen. Hij was duidelijk iets vergeten. Dan is er die iets grotere bruine. Hij heeft precies meer moeite om te vliegen. Heftig wapperend met zijn vleugels geraakt ie ook wel waar ie moet zijn, maar wat een verschil met de zwaluw. Die schijnt nauwelijks te klapwieken, is trouwens ook bijzonder gestroomlijnd. De andere niet. Lijkt meer op een Seeking helicopter, maar kan toch niet blijven hangen.. Ze vliegen ook dikwijls gezellig met hun tweetjes, wirwarrend door de lucht en ik heb ze toch nog nooit zien botsen. Als wij even goed zouden stappen of rijden als zij vliegen, zou er niemand meer vallen, noch botsen..

Dan het geluid, of beter de spraak. Geweldig. Tsjirpen, piepen, tjilpen, zingen, kort of lang, indringend of meer bescheiden. Hoe menselijk dit alles.. Er zitten een paar francofonen bij met een duidelijke scherpe 'r'. Andere dan weer meer Limburgs. (héhé, kon ik niet laten) En die ene die midden in de nacht, ja wel om één uur halftwee, op zijn eentje aan de rivier de hele tijd hard piept, fwiept of toch zoiets in die aard. Ik dacht direct aan die kleine in de melkkit dus mijn botten aan om nog eens een heldhaftige reddingsactie te volbrengen. Edoch naderbij gekomen vliegt ie gewoon wat verder en zet zijn indringend gepiep gewoon voort. Wat is er aan de hand? Niemand antwoordt. Hij is alleen om de wereld duidelijk te maken dat het niet donker wordt. Dat er niet geslapen hoeft te worden. Ikke wakker, iedereen wakker. (De foto's van de vogeltjes zijn uit een Zweeds boekje.)

Water, oneindige bossen, miljarden insecten; wat heeft een vogel nog meer van doen? Hier geen glyfosaat dat bodem en insecten langzaam vernietigt. Geen maïsvelden noch weiden voor hoefdieren. Gewoonweg een vogelparadijs..

De stad.

Toch is ook cultuur belangrijk in de opvoeding van een kind. De grootste stad van Västernorrland is Sundsvall. De architectuur is neoclassicistisch en de straten zijn breed en recht. Het oude Sundsvall is verschillende keren volledig afgebrand. De houten huizen zijn dan ook helemaal verdwenen uit het stadszicht. En ja, het loopt er toch wel vol mensen. Het voelde wat raar aan. Waar zijn de vogels en de bomen? Je kunt voelen hoe de mens, door op een hoopje te gaan wonen en leven, zich heeft afgesneden van zijn eigen natuur. Het artificiële druipt ervan af. In het plaatselijke infocentrum voor de edele toerist, een heel mooi gebouw trouwens, kwamen we het summum tegen van onze hedendaagse cultuur met name een VR-bril. Je zet zo'n ding op je kop en krijgt dan een filmpje voorgeschoteld in een roetsjbaan. Wat er dan gebeurt zou ik als symbool willen stellen voor wat er allemaal misgaat in onze huidige wereld. De zintuigen worden in de luren gelegd, het hoofd wordt afgescheiden van het lichaam, het gevoel klopt niet meer met de werkelijkheid. De ogen en oren geven compleet foute signalen naar de hersenen die op hun beurt het ook niet meer weten en dan toch maar, het zekere voor het onzekere nemend, het evenwichtsorgaan duidelijk proberen maken dat het baasje in een rollercoster zit.. Maar het is niet waar. Ik zit niet in een rollercoster maar op een stoel in een mooi gebouw in de toeristische dienst van Sundsvall... Ja man. Deze uitvindingen brengen mijns inziens de mensheid niet echt veel verder.

In de stad kwamen we dan eindelijk de winkel tegen voor alcohol : systembolaget. Reeds weken zoek ik erachter en hier was ie dan. Het is een staatswinkel. Reeds in het begin van de vorige eeuw begon deze controle over het alcoholgebruik van de bevolking.. De dames van weleer waren het grondig beu dat manlief aan de zuip ging met zijn versverdiende centen en zijn er in geslaagd de verkoop van alcohol, indertijd vooral wijn, aan banden te leggen. De verkoop werd door de staat gemonopoliseerd en er werd een quotum ingesteld per persoon per maand. Vandaag stellen we vast de de Zweed gemiddeld meer alcohol verbruikt dan in die onzalige tijden en er zijn ook geen restricties meer. Vanaf een zeker alcoholpercentage (vijf procent) blijft de staat weliswaar het monopolie behouden. Bovendien schijnt dit alles er ook mede oorzaak van te zijn dat de vrouwenbeweging in Zweden vrij sterk is. Ze hadden snel vrouwenstemrecht en dames op belangrijke functies. In andere landen duurde dat veel langer.

Aan de ingang van de winkel is er een dame (zij heeft weliswaar niets te maken met de voornoemde dames) op de grond gezeten aan het bedelen. De mens die alcohol koopt is misschien wel vrijgeviger dan hij die sokken koopt. Alle booze is voorradig, dat is dan ook al wat ze verkopen. Sterk en sterker, uit de hele wereld. Uit ons edele land de Chimay blauw en Vedett, en ook Timmermans kriekebier. En oh godbetert Leffe ! Veel wijn en whiskey natuurlijk, gin en alle mogelijke dranken om iemand ladderzat te krijgen. Onder achttien kan je er niets kopen, de enig overgebleven restrictie. Het was er gezellig druk en ik zag nog net iemand glunderend de straat op gaan met een krat Stella onder de arm. Content dat ie was ! Stella is te straf om in de gewone supermarkt te verkopen.. Systembolaget heeft het wèl allemaal.

Aan het busstation stond een velo geparkeerd met een mysterieus houten stokje op de bagagedrager. Het was duidelijk nauwgezet op zijn plaats gestoken met een bepaald doel. Daar kwam dan de eigenaar van fiets en stokje. De man nam het stokje en keuterde in een verfrommeld blikje om het weer convenabel te krijgen zodat het door de scanner van de Ica aanvaard zou worden. Inderdaad teende hij onmiddellijk naar de supermarkt om zijn verdiende loon te innen. Eén Kroon per blikje, dat is tien eurocent. Tien blikjes : één euro. Verdiend met wat gekeuter en een simpel stokje. In dit land hebben ze wel degelijk statiegeld voor blikjes en petflessen. En je ziet ze niet op straat rondslingeren mede dankzij de man van de fiets en andere onfortuinlijken die in deze welvaartsstaat toch aangewezen zijn op die minieme extra inkomsten. Zo kunnen we toch ook in ons eigen landje het leefloon verlagen en compenseren met dat zelf te collectioneren statiegeld ? Gratis ideetje voor de broeders van de NVA.


De boot en de dam


In Zweden zijn honderden, duizenden meren. Achter elke heuvel zie je telkens weer een plas opduiken, groter of kleiner, immer grillig van vorm. De kleur is altijd anders. Diepmarineblauw vind ik het mooiste maar ook alle tinten grijs of bijna zwart. En zilver en goud, glimmend in de zon. Spiegelend of gerimpeld, helder of mat. Het water neemt de kleur aan van het weer, van de ondergrond, de vissen en planten, van de lucht en misschien ook wel van ver daarboven. De mensen van Stockholm en andere zuidelijke steden gaan er prat op om langs het meer een optrekje te hebben; het zomerhuis. Meestal is het mooi in orde. Ze vertoeven er met familie en vrienden in de heerlijke natuur. Ze hebben dan ook steevast allerhande vaartuigjes. Bijvoorbeeld een vlot met een tafel en wat stoelen erop, een kleine buitenboordmoter eraan gemonteerd en hop, het meer op. Het diner wordt dan genuttigd in het midden van het meer. Grote klasse vind ik wel. En rubberbootjes om te gaan vissen. Ze zijn dol op vissen. Wij niet.

Nu lag daar aan de rand van een meer toch wel een rubberbootje; losgeslagen van een van die vakantieoptrekjes. Ik gaf het een week en als ie er dan nog lag zou ik hem meenemen om even te lenen. En ja hoor. Na een week geduldig wachten lag de boot ons op te wachten. Met wat knoeften kregen we hem op het dak van de auto en hebben we hem meegenomen naar ons eigen meertje. Heerlijk.. Nu stond ons eigen meertje toch wel zo laag. Het is eigenlijk geen meertje maar het bassin waarin voornoemde boomstammen werden gedropt. Wat verderop werd de rivier tegengehouden om het peil te regelen; een dam. Het was duidelijk dat de gemeente, of wie er dan ook verantwoordelijk voor was, er al jaren niet meer naar had gekeken. Her en der lagen de balken die dienden om het waterpeil hoger of lager te houden. Na wat aarzeling hebben we het peil dan aanzienlijk verhoogd (een balk of drie) om beter te kunnen varen met ons bootje. Het is een soort macht om die hele rivier tegen te houden en het niveau eenvoudig te laten stijgen.

Heerlijk dobberend zweven we over het water, turend naar de duizenden dikkopjes die nog steeds kikker moeten worden, de visjes krioelend onder onze roeispanen. Het water ziet er ietwat bruinig uit van het hoge ijzergehalte. De symbiose tussen onder en boven water is prachtig om te zien. De eitjes van de kikker worden in het water losgelaten en zijn voeding voor de vissen, alsook de muggenlarven uiteraard. De vogels plukken het één en ander vlotjes uit de plas en brengen het gezwind naar hun jongen. Alras komt de nieuwe lichting eraan om zich te wassen en te laven aan diezelfde plas. En de mens dobberde rustig voort over het gestegen, zachte wateroppervlak, genoegzaam peinzend en genietend van al die bruisende vitaliteit. Gaat dat over op mij, die levenslustige boel ? Kan je ervan drinken als het ware ? Word je opgeladen met energie ? Is het daarom dat we met vakantie gaan ? En waarom hebben we dat thuis niet (meer) ?


De Zweden in Zweden.


En ja, natuur is heerlijk, inspirerend, zalvend voor de ziel, en wat nog meer. Maar we zijn en blijven mensen die met mensen omgaan. Het kleine dorp waar we verzeild zijn is echt een klein dorp met een tiental inwoners waarvan er hoop en al vijf permanent wonen. De helft woont hier enkel in de zomer, anders in Härnösand, Stockholm of dies meer. We waren uitgenodigd bij de buren. En het hele dorp was nagenoeg aanwezig. Het is verbazend hoe snel we hier aanvaard zijn en zelfs wat ingeburgerd. Ze houden van hun taal en geschiedenis, de Zweden. Maar ze doen hun best om Engels te praten met ons. Ze kunnen ook allemaal Engels. We verstaan ook al redelijk wat Zweeds maar het is listig. Het lijkt wel of ze van alle andere Europese talen woorden hebben gaan halen en dan verzweedsd; ietwat anders geschreven, iets toegevoegd, de betekenis veranderd. Een mooi voorbeeld is het woord 'Agg'. Je ziet dat langs de kant van de weg staan en denkt aan een of andere verzekeringsfirma maar dan zie je die twee puntjes op de 'A'. Zij kunnen die twee puntjes ook op een hoofdletter zetten. Na wat zoeken kan ook mijn toetsenbord dat. Het wordt dan 'Ägg' en dat wordt dan uitgsproken als 'egg' dus gewoon een ei. Gepikt van de Engelsen. Ze verkopen gewoon eitjes van eigen kiekens, net zoals bij ons. Hun kiekens zitten wel verschanst achter degelijke stalen draad, langs onder en boven ook, zonder vogelgriepalarm, wegens de vossen, lynxen, dassen en andere snoodaards die graag kip eten bij het ontbijt. De intonatie van het Zweeds is heel mooi. Het is een veredeld Limburgs met de accenten op woorden en zinsdelen waar je ze niet zou verwachten. Als ze op het burenfeestje lekker beginnen roddelen over de mens die niet gekomen was is het net als thuis. Mensen blijven mensen, of het nu Zweden zijn, Pakistani of Vlamingen. Gastvrijheid is universeel en zeer aangenaam. Het kost niets en de mensheid wordt er zonder meer beter van. Het verbindt volkeren en ideeën, trukjes en filosofieën. Het is leerzaam en verrijkend. De levensloop van de mens gaat grillig en soms onverwacht. En eenzaamheid is overal een bedreiging voor de mensheid. De dame die boven in het dorp woont is nog alleen en heeft er veel aan om bij onze buren een praatje te maken. De buurvrouw gaat liever boven slapen bij de dame als beneden de meeste mensen vertrokken zijn. Ach, het is allemaal zo simpel.

Dat ze hier geen plat water hebben en dat de ramen naar buiten opengaan kon ik jullie niet onthouden, maar de rest is voor later.

Dank u wel Zweden, of Swerje, zoals de Zweden het uitspreken. Ik denk wel dat we volgend jaar weerkeren. Er is namelijk nog een klein geheimpje dat ik pas de volgende zomerzonnewende zal verklappen...

Groetjes uit Västanå, Härnösand, Västernorrland, Sverige.

Jan.